IEC 60529 IP5/6X In de grond ingebedde wandelbare zand- en stoftestkamer

Ladingsstations, elektrische kasten, energieopslagkasten

De afmetingen zijn niet groter dan: W (260~2000) × D (200~1000) × H (1000~3000) mm

a) Aan elk van de vier hoeken van de studio wordt een trechter (4 stuks in totaal) geplaatst, 2 trechter in het midden (6 trechter in totaal),en een metalen stoffilter is geïnstalleerd op het bovenste oppervlak van de trechter.

b) Er is een reeks draaibare toestellen ontworpen tussen het onderste deel van het laadplatform en de onderplaat van het magazijn;en het stof wordt door stofborstels in de trechter geveegd aan de vier hoeken.

c) Aan de bodem van de trechter is een krachtige gemengde ventilator geïnstalleerd om het stof via de circulerende luchtleiding naar de werkruimte te sturen om te worden afgevoerd.

d) Voldoen aan de eisen van de stofblaasproeven IP5X en IP6X. De stofblaasluchtstroom in de testkamer kan ervoor zorgen dat het stof gelijkmatig in de testkamer wordt gesuspendeerd en verdeeld.De stofconcentratie bij het blazen is 2 tot 4 kg/m3 (aanpasbaar)Het stof van de proef wordt gelijkmatig en langzaam op het substraat afgezet en niet meer dan 2 m/s op het proefmonster (verstelbaar).

a) De apparatuur is uitgerust met φ50 mm proefgaten (een aan de linkerkant en een aan de rechterkant van de machine met een diameter van 50 mm)

b) Het proefgat is voorzien van een afdichtingsprop en een afdekkingsdoek van roestvrij staal.

a) Installeer LED-verlichtingsarmaturen op de bovenkant van de studio voor observatie.

b) De knop voor de verlichtingsknop is op het bedieningspaneel van de bedieningskast aangebracht.

c) De normale gebruiksduur van de verlichtingslamp is ≥ 1000 uur.

a) Vacuümpomp: eenfasige draaibare vacuümpomp (2 pk)

b) Sensor: uitgerust met een elektronische differentialdruksensor;met een vermogen van meer dan 50 W,.

c) Het vacuümsysteem bestaat uit een vacuümpomp, vacuümleiding, vacuüm U-vormige drukindicator, luchtstroommeter, enz.drukregulerend drievoudig stuk en verbindingspijp.

d) Vacuümpijpleiding: het pijpleidingssysteem bestaat uit koperen pijpen, rubber slangen en luchtfilterdrukregulerende kleppen.

e) U-vormige drukmeter: drukverschil.

f) Luchtstroommeter: de glazen rotorstroommeter meet de evacuatietempo (minimaal 5 vacuümdrukkanalen)

a) In de studio wordt een verwarmingssysteem ontworpen voor ontvochtiging tijdens de test.

b) De verwarming maakt gebruik van verwarmingsbuizen van roestvrij staal met vinnen, die aan de linker- en rechterzijde van de doos zijn bevestigd en waarvan het oppervlak wordt beschermd door geperforeerde roestvrijstalen platen.

c) De verwarming wordt aangedreven door een vaste relais en automatisch geregeld via PID om de temperatuur in de werkruimte te regelen.

d) Het droogproces heeft geen invloed op het testproces.

a) Configureer een onafhankelijke bedieningskast voor de installatie van elektrische componenten.

b) De bedieningskast wordt volgens de behoeften van de gebruiker op een geschikte plaats geplaatst.

a) Omgevingsvereisten: omgevingstemperatuur: -5°C tot 40°C; relatieve luchtvochtigheid: ≤ 90% RH; atmosferische druk: 86 kPa tot 106 kPa

b) Vermogensbehoefte: Spanning: 380 V wisselstroom (± 10%), drieledige draad + beschermende gronddraad, grondweerstand ≤ 4Ω

Frequentie: 50 Hz±10%

c) Werkvermogen: ongeveer 26 kW, afhankelijk van het definitieve ontwerp

a) Luchtschakelaar: overstromingen, oververhitting en kortsluitingen.

b) Verwarmingssysteem: bescherming tegen lekken, kortsluiting en overbelasting, enz.

c) Studio:

Verstelbare overtemperatuurbescherming --- overtemperatuurbeschermingsstand 1

De regelaar stelt alarm voor uitzetten bij overtemperatuur in --- overtemperatuurbeschermingsmodus 2

d) Totale fasevolgorde van de stroomvoorziening en faseverliesbescherming

e) Bescherming tegen lekken

f) Uitgerust met drie-kleurige lichten met geluids- en lichtwaarschuwingsfunctie en deurvergrendeling

g) Wanneer de beschermingsfunctie is uitgevoerd,het bedieningspaneel toont het alarmnummer op het LCD-scherm om de gebruiker te informeren over wat voor soort storing zich heeft voorgedaan en de hoofdstroomvoorziening van het schakelstuk afsluitDe apparatuur kan pas worden gestart nadat de fout is weggenomen.

h) Er is een vergrendeling in het elektrische bedieningssysteem. Wanneer de circulatieventilator niet start of overbelast is, kunnen de koelinstallatie en het verwarmingssysteem niet starten.De koelinstallatie wordt uitgeschakeld wanneer de installatie onder ultrahoge druk staat, ultralage druk of overbelasting, en de luchtbevochtiger kan niet worden gestart wanneer er watertekort is.

i) Hulptoepassingen: tijdsignalen, detectie van de ontkoppeling van de ingang, bescherming tegen stroomonderbrekingen, alarmeringsfunctie voor de bovenste en onderste temperatuur- en luchtvochtigheidsgrens,automatische werking van het koelsysteem, zelfdiagnostiekfunctie, detectiefunctie voor waterstop, alarmmonsterfunctie, timingfunctie (automatische start, automatische stop), back-upfunctie, hulpfunctie